Van een cultuurschok is meestal wel sprake wanneer je in de hoofdstad van India land. Delhi, het is een indrukwekkend doolhof van klein straatjes vol winkeltjes en toeterend verkeer. Na een bezoek aan deze wereldstad, gaat het met de trein naar Amritsar, op zoek naar de gouden tempel van de Sikh. Op weg naar de Himalaya is er een overnachting in Darmsala, de plek waar de Dalai Lama in ballingschap leeft. Over grote hoogtes gaat het richting het pittoreske bergdorp Leh, zowel in Leh als de omgeving vind je prachtige Tibetaanse kloosters. Vanaf Leh vlieg je via Delhi naar Varanasi om aan het tweede deel van de reis te beginnen. Varanasi ligt aan de heilige Ganges rivier jaarlijks komen vele Indiërs hier naartoe om te baden in de rivier. Na een nachtje met de trein ben je in Agra, waar de beroemde Taj Mahal wacht, het grote witte marmeren gebouw werd door Shah Jahan bebouwd als graftombe voor zijn vrouw. In het Nationale Park Ranthambore gaan we op zoek naar de Indiase tijger. Van hieruit ga je verder naar Udaipur, de prachtige stad die door de James Bond film Octopussy op de kaart gezet werd. Het gaat verder door de deelstaat Rajastan, naar de blauwe stad Jodhpur. De Braham, de hoogste Indiase kaste kleurt zijn huis graag blauw. Via het pelgrimsoord Pushkar ga je verder naar Jaipur, de roze stad met het prachtige Amber kasteel. Vanuit Jaipur vlieg je naar het zuiden van India om de deelstaat Kerala te bezoeken, waar alles over het water gaat. Vanuit een boot, zie je hoe de kinderen per boot naar school gaan, de rivieren zijn hier letterlijk de waterwegen. Via de prachtige theeplantages van Munar gaat het richting Bangalore, de tech-stad van India. In het pittoreske dorpje Hampi heeft de tijd stilgestaan. De tempelcomplexen aan de Tungabhadra rivier staan op de werelderfgoedlijst. Vanuit Hampi gaat via de badplaats Goa naar Mumbay. Vanuit deze mondaine wereldstad vlieg je terug naar huis.